Leerlingen hebben een cobra gedood. In het dorp Kamolo regent het daarom niet meer. Achter de school huist in een klein geheimzinnig bos de opperslang die de geestenwereld in Kamolo domineert. De dood van de cobra maakte de opperslang nijdig. Zijn magische krachten stopten de regens. Kamolo verdroogt. Het heilig bos blijft vochtig en klam.Offergaven dienen de opperslang mild te stemmen. Rond het bos wordt door leerlingen een ring van ma?smeel gestrooid, een zoenoffer voor de opperslang.De school trommelt, danst en zingt. Een schoolmeisje raakt in trance en rolt over de grond. Een kleine cobra kruipt het bos uit en kust het ma?smeel. Het slangetje kronkelt naar het meisje en glijdt over haar heen. De school wacht ademloos. Het meisje komt tot rust. De eerste druppels regen slaan kleine kuiltjes in het ma?smeel. De kleine cobra schuift terug, het bos weer in. De opperslang heeft het offer aanvaard. Even later valt de regen met bakken uit de lucht. De leerlingen zijn doorweekt. Kamolo sopt in de modder. Frans Hamer gaat uit naar Afrika. Hij probeert de mensen te begrijpen en leert zichzelf beter kennen. De kus van de cobra geeft zijn indrukken weer, relativeert zijn rol in het verhaal, en laat een levendig, kleurig en aantrekkelijk Afrika zien.
Frans Hamer werd in 1949 geboren in Hoensbroek. Hij studeerde bedrijfskunde in Twente. Drie jaar lang woonde en werkte hij in Zambia. Als leraar wiskunde was hij verbonden aan een middelbare school op het platteland. Na een verblijf van enkele jaren in Yemen en Egypte, keerde hij terug naar Nederland.
ISBN: 90-70037-62-9
blz.: 150
formaat: paperback