Dik de Moor verhaalt over zijn oorlogservaringen als medisch proefpersoon in het boek Leven met geleende tijd. Zijn memoires, onder meer beschrijvingen van de Japanse kampen waarin hij gevangen heeft gezeten, publiceert De Moor voor de naoorlogse generatie en zeker niet uit rancune; haatdragend is hij niet.
Het begon allemaal in voormalig Nederlands-Indi? met een gelukkige jeugd, lieve ouders en fijne vrienden, in de stad Makassar op het eiland Celebes (thans Sulawesi). Een paradijs voor een jongen die van zeilen hield tussen de koraaleilanden voor de zuidwestkust van het eiland. De verraderlijke aanval op Pearl Harbor op 7 december 1941 maakte een definitief einde aan die heerlijke tijd. Door het binnenstromen van gewonden konden zijn vader, medicus, en zijn moeder, operatiezuster, de stad Makassar niet verlaten. Na de Japanse landing ten noorden van Makassar besloten zij hun zonen naar het beter beveiligde Java te sturen.
Zes dagen na hun aankomst in Batavia (Jakarta) werd de jonge Dik de Moor met verstikkingsverschijnselen halsoverkop naar het ziekenhuis gebracht, waar de artsen kinderverlamming (poliomyelitis) constateerden. Toen hij tijdens de kritieke fase van de ziekte door een ijzeren long aan de verstikkingsdood was ontsnapt en een rugpunctie uitwees dat hij een zeer hoge dosis antigeen (antistoffen) in het centrale zenuwstelsel tegen het poliovirus had opgebouwd, vroegen artsen hem, kort voordat Nederlands-Indi? capituleerde, of hij bloed wilde afstaan om een terminale poliopati?nt in leven te houden. Het succes was verbluffend en de pati?nt had geen fysieke beschadiging opgelopen door het virus aan het centrale zenuwstelsel. Een maand later hoorden de Japanse artsen over het succes van het antigeen en gingen ongevraagd verder met de proefneming. Zes maanden lang werd er bijna dagelijks met injectienaalden bloed uit de slagader in de liesstreek getapt, om dit in te spuiten bij poliopati?nten of een kweek van antigeen te maken.
Het was een angstig moment toen een terminale poliopati?nt op een brancard naast mij werd gereden en Japanse Shinto-handen mijn keel half dichtknepen onder het uitroepen van gaj-tsjoeoe (ongedierte), gevolgd door een serie dreigementen die bedoeld waren als waarschuwing dat ik niemand mocht vertellen dat ik opnieuw ge?nfecteerd werd met het poliovirus van anderen. Een medische handeling die vier keer werd herhaald, waarbij wij door slangetjes en pompjes met elkaar in bloeddialyse werden gebracht.
Ontdaan door deze behandeling werd ik na de vierde bloeddialyse opgevangen door de Koreaanse kampcommandant, mijn moeder en de kamparts. Rillend van angst vertelde ik wat Japanse artsen met mij uitvoerden en ik vreesde spoedig door hen definitief gekeeld te zullen worden. Dezelfde nacht werden moeder, mijn broer en ik door de kampcommandant naar het Grogol-gesticht gebracht, waar hij aan het Nederlandse kamphoofd opdracht gaf mij administratief onvindbaar te maken.
interview met Dik de Moor in het Reformatorisch Dagblad
ISBN: 978 94 6008 047 0
blz.: ca. 300
formaat: gebonden met stofomslag, 14 x 21,5 cm