Een woordenselfie
Volgens Freud ben ik een neuroot en daarbij infantiel. Volgens Daniel Dennet e.a. ben ik dom. Althans: ik heb domme ideeën. Misschien kunnen mensen een paar domme ideetjes hebben en toch verstandig zijn. Maar als iemand over zo’n fundamenteel punt als het geloven een dom idee heeft, dan heeft hij niet alleen een dom idee, dan is hij ook echt dom. Ik ben dus dom. Maar dat is niet het enige. Volgens andere critici en criticasters van het geloof ben ik ook nog lid van een criminele bende. Het kwaad in de wereld komt volgens deze geloofbeoordelaars voort uit het godsgeloof. Volgens sommigen komt zelfs alle kwaad voort uit het geloven in een God. Deze gedachte wordt op meerdere manieren verwoord en kan op meerdere manieren uitgelegd worden. Het zou bv. kunnen zijn, dat ik wel lid ben van een criminele bende, maar zelf niet crimineel ben. Maar ik wil over deze kwestie niet al te genuanceerd denken. Ik ben lid van een criminele bende. Ik ben dus zelf ook crimineel. Maar ook dit is nog niet alles. Een niet fijn besnaarde, een zeer beperkte denker meende mij ook een hond te moeten noemen. Ik ben een christelijke hond. Dit alles blijkt uit de tekst van het boek: “Welke God bestaat?” In al mijn domheid, infantiliteit, neuropathie, criminaliteit en bestialiteit verkeer ik in het gezelschap van moeder Teresa, abbé Pierre, Albert Schweitzer, majoor Boshardt, mijn ouders e.v.a. Ik wens alle domme, neurotische, infantiele, criminele en hondsdolle mensen en verder allen die verschoond zijn gebleven van deze kwaliteiten en eigenschappen veel leesplezier.
Paperback
blz.: 1066
Formaat: 17 x 24 cm
ISBN: 978-94-6008-227-6
Levertijd 1 week
