Bundeling van gedichten, mijmeringen en cursiefjes
Bij het nalezen, selecteren en bewerken voor deze bundel van eerder geschreven teksten in de periode 1995-2009 is het mezelf natuurlijk opgevallen dat het gemis aan visuele waarneming regelmatig aan bod komt alhoewel het nooit mijn bedoeling geweest is een boek te schrijven over deze problematiek. Ook een aandachtig lezer zal ongetwijfeld sporen van de handicapverwerking terugvinden. Het is geen bloemlezing geworden rondom ??n bepaald thema. De gedichten werden thematisch gegroepeerd in zeven afzonderlijke cycli. Zo komen aan bod: liefde, weemoed en verlangen, afscheid en gemis, onafhankelijk geluk, tijd, reisindrukken en tenslotte een variatie aan thema?s. Als interludium tussen de hoofdstukken voegde ik enkele cursiefjes toe. Het geheel is een mengeling van ernst en luim met een grote dosis relativering. Julius Schellens
De auteur Julius Schellens is in 1949 geboren in Voortkapel, een toen nog stil boerendorpje in de gemeente Westerlo, de Parel der Kempen. Hij doorloopt er de vrije kleuterschool en lagere gemeentelijke jongensschool.
Onveiligheid is in een landelijk dorpje dan nog onbekend zodat er voor de ontspanning onbekommerd kan worden geravot op straat en in de talrijke bossen.
Vanaf zijn twaalfde fietst hij elke dag naar het Gemeentelijk Sint-Lambertuscollege te Westerlo waardoor zijn leefwereld plots een enorm stuk groter wordt. Zoals dat toen meer gebeurde kiest de schooldirectie in plaats van de ouders voor hem de afdeling Grieks-Latijnse Humaniora. Gedurende zijn collegetijd vraagt hij zich wel vaak af wat voor zin die vele uren studie van de klassieke talen hem kunnen opleveren maar nu, zoveel jaren later, is hij maar al te blij met de enorme algemene bagage die hij zo heeft meegekregen. Zijn schrijfstijl is nog steeds duidelijk be?nvloed door de Latijnse volzinnen.
Hij droomt van universitaire studies Germaanse Filologie, doch omstandigheden hebben hier anders over beslist.
In 1969 vindt hij een job bij de Cultuurdienst van de Belgische Boerenbond te Leuven. Twee jaar later trouwt hij met Maria Lauwen. Ze krijgen twee dochters en een zoon. Ondertussen verergert de oogkwaal, die zich tijdens zijn tienerjaren al manifesteerde. Als hij na verloop van tijd quasi blind wordt, moet hij zijn functie bij de Boerenbond in 1985 noodgedwongen neerleggen. Hulpsystemen, waarmee mensen met een visuele handicap zich nu in hun job kunnen handhaven, waren toen nog niet beschikbaar. Waar hij eerder reeds actief was in het gewone verenigingsleven, stort hij zich ook intens op bestuurstaken binnen de gehandicaptensector.
Via een omzwerving op twee woonplaatsen in Heultje, een ander deeldorp van Westerlo, woont hij sinds een twintigtal jaren nu in Westmeerbeek, een deelgemeente van Hulshout. Een honkvast Taxandriaan is hij dus wel.
De liefde voor taal, lezen en schrijven, is een altijd aanwezige constante geweest in zijn bestaan. Nu moet hij het helaas stellen met luisterboeken op cd in plaats van het fysieke boek, dat hij eertijds knuff elde en waarvan hij met volle teugen genoot. Het schrijven kan gelukkig dankzij het toetsenbord van de computer en de thans beschikbare technologie.
Een resultaat hiervan, lezer, hebt u nu in uw hand.
'Volo, ergo possum', 'ik wil, dus ik kan', is de lijfspreuk van de schrijver.
ISBN: 9789460080555
blz.: 82
formaat: paperback, 14,8 x 21 cm