In dit boek, Geschiedenis herschreven, wil ik een aantal bekende en minder bekende periodes uit de (vaderlandse) geschiedenis belichten. Ik wil ze bekijken met een andere bril. Ik wil de geschiedenis onder andere bekijken met de bril van de gewone man, de gewone burger. Ik wil de geschiedenis bekijken door de bril van de logica en niet puur vanuit de zogenaamde primaire bronnen, zoals daar zijn de kroniekschrijvers die erbij waren en een schijnbaar objectief ooggetuigenverslag neerschreven. Ook wil ik de weerslag van de geschiedenis bekijken door de literatuur, de muziek, de schilderkunst en de film. Dat zijn invalshoeken van waaruit een geschiedenis ook kan worden bekeken. Kunst, literatuur en dergelijke zijn altijd een afspiegeling van wat er in een tijd leeft en speelt. Van oudsher gaat de geschiedschrijving altijd over de bovenste laag van de bevolking. De toplaag die volgens vele historici de geschiedenis bepaalt, tenminste, als je de geschiedenisboeken van de afgelopen decennia bekijkt. Natuurlijk is dat niet de juiste afspiegeling. Het is juist die brede onderlaag die de geschiedenis beleeft en ondergaat. De toplaag, hooguit een procent, bestond uit de adel en de bovenlaag van de geestelijkheid. De gewone burger heeft eigenlijk pas na de Verlichting (achttiende eeuw) langzaam wat invloed gekregen op de geschiedschrijving, maar dan ook maar mondjesmaat.
De Ogiek, de oorspronkelijke bewoners van het Mau-woud in Kenia, kunnen mooi verwoorden, dat wat de gewone mensen eeuwenlang voelden: ‘Als de stieren vechten, dan lijdt het gras.’
blz.: 549
14,8 x 21 cm